Veerle schrijft over haar beleving bij Vrij Leven

Vrij leven & Heel de tijd

Vorig jaar december ontmoetten wij Veerle Mensinga, studente journalistiek. Ze vroeg ons om over ons project te mogen schrijven. Dit is het resultaat. Ze neemt je mee in haar zintuiglijke wereld bij Vrij Leven. Ik heb genoten van het lezen van onderstaand artikel.

Verstopt tussen Breda en Rijsbergen, tegen de grens van België aan, ligt Vrij Leven Rijsbergen. Hier wonen Roselie Prinsen-Bekker en Marc Bekker met een hele stoet dieren. Het natuurgebied van Vrij Leven is 1,4 ha groot en bestaat uit een voedselbos, moestuin, kruidentuin, en verblijf voor mens en dier. ‘Hier kan je je eén voelen met de natuur.’

In het raamkozijn ligt een zwart-witte poes op een kussen, die haar vacht tegen het raam plat duwt. De kerstboom staat binnen opgetuigd en in de keuken wordt het theewater opgewarmd. ‘Dit was eigenlijk de varkensstal.’ Verteld Marc Bekker. ‘Voor ons woonde de moeder van de boer hiernaast er ook. Wij hebben er daarna nog wel veel aan verbouwd hoor.’ Het plafond is eruit gehaald en de balken die het, nu hoge, dak ondersteunen, bevestigen wat Bekker verteld, en op de deur hangt een poster van de kunstenaar Yayoi Kusama uit 2015. De theemaker wordt op tafel gezet, en de losse theeblaadjes worden met een filter naar beneden geduwd. ‘Dit is dennentoppenthee’, zegt Roselie Prinsen-Bekker. De thee heeft en natuurlijke zoetheid en de smaak vat alles samen wat er in de woning te zien is.

De grond van Vrij Leven is opgedeeld in een voedselbos, moestuin, pluktuin, kruidentuin en stallen met weiland voor de dieren. In 2018 heeft het stel het landgoed gekocht. ‘Ons oude huis is 15 minuten rijden hier vandaan.’, verteld Prinsen-Bekker. ‘We woonde in een goede woonwijk, kindvriendelijk. Maar toen dat toch niet voor ons weggelegd leek ga je opzoek naar nieuwe zingeving’, vult Bekker aan. Dat hebben zij hier in Rijsbergen gevonden. ‘Jij bouwt, ik verbouw’, lacht Prinsen-Bekker. 

De hemel is grijs en de lucht voelt koud, maar er staat geen wind. Prinsen-Bekker doet een band om haar hoofd om haar oren te warmen, maar trotseert de kou verder zonder jas aan te trekken. ‘Alles is nu gesnoeid en kaal natuurlijk, maar die snoeisels kunnen we wel mooi hier voor gebruiken.’ Ze wijst naar een heg opgebouwd aan gesnoeide takken, naast de poort die naar het voedselbos toe leidt. De heg dient zowel als een omlijning van een stuk land en als een veilige, beschutte plek voor insecten. ‘Dit is natuurlijk een soort dierenwalhalla’, licht Prinsen-Bekker toe. 

Niet alleen voor de kleinste dieren is het hier een paradijs. Tussen het voedselbos en de oude jagersschuur staan twee ezels en twee angorageiten zorgvuldig hapjes gras uit te zoeken. ‘Het idee is dat de dieren uiteindelijk ook zelfvoorzienend zijn,‘ begint Prinsen-Bekker, ‘dat ze hun voedsel weer terug verdienen. De geiten met hun wol en de ezels met hun wandelingen bijvoorbeeld.’ Wandelen met de ezels is eén van de activiteiten die bij Vrij Leven georganiseerd worden. Zo kun je ook naar kampvuursessies, als vrijwilliger meehelpen in de verschillende tuinen, en programma’s volgen waar Prinsen-Bekker de natuur met haar achtergrond in psychologie combineert. ‘Ik ben meer van de ruilhandel,’ verteld ze, ‘wanneer mensen wel met geld voor een activiteit betalen, gaat dat door middel van donaties.’ Zo dragen zij ook bij aan het gebied. ‘Van deze donatie heb ik een walnootboom geplant.’ Dat is toch leuk om te horen?’

Het hek voor de open boog die naar het voedselbos leidt wordt geopend. ‘Hier moet je zelf even voelen wat je voelt.’ Tussen de boog en het dierenwalhalla staat alles even stil. ‘Net als energiebanen die over je lichaam lopen, lopen die ook door de aarde.’ Deze energiebanen in de grond heten leylijnen. Rijsbergen staat op de 6e plek van de top 10 sterkste leycentra in Nederland. Dit houdt in dat veel leylijnen elkaar kruisen op deze plek, wat het energetisch een mooie plek maakt. ‘Veel mensen die hier wonen wonen zijn dan ook om die reden hier naartoe gekomen.’ 

De loopeend flaneert wiebelend zijn veren en glipt dan behendig onder het hek door. ‘Die eten de slakken,’ verteld Prinsen-Bekker, ‘ik heb heel weinig last van slakken, dus ik denk dat het werkt.’ Het voedselbos is in stukken opgedeeld doordat de paden die er tussen door lopen gemaaid zijn. ‘De rest van de grond laten we haar eigen gang gaan. Dat hoort bij de permacultuur.’ Bij permacultuur ligt de focus op de onderlinge relaties tussen verschillende elementen in de natuur, in plaats van op de individuele elementen. ‘Je werkt samen met de natuur, in plaats van dat je het tegen gaat werken.’ Waar de grond haar eigen plan trekt, schieten allerlei sprieten en takken de ijzige lucht in. ‘Al die stukken die je ziet uitsteken heb ik niet zelf geplant,’ verteld Prinsen-Bekker. ‘Kijk, daar groeit allemaal distels en zuring.’ 

Her en der in het voedselbos staan bankjes om even tot rust te komen. Prinsen-Bekker laat de plattegrond van het voedselbos zien, waar alle planten aangegeven staan in omcirkelde initialen. Het heeft wel wat weg van het werk van Kusama. Tussen het veld door liggen hoopjes oud hout. ‘Alles dat hier staat, dat blijft hier,’ zegt Bekker. Er ontstaat er een geheel nieuw duurzaam ecosysteem onder het hout, dat weer een relatie krijgt met de grond daaronder. ‘Zo vervuil je per definitie niks buiten je eigen leefgebied.’

Bijna al het materiaal dat je ziet heeft al een eerder leven geleefd. De tuinbanken waren houten latten uit de oude vloer, de deuren waren onderdeel van de oude schuur, en zelfs de omheining is gemaakt van oude balken. ‘Voelen en maken met liefde. In die volgorde’, zegt Bekker, ‘Het gaat intuïtief.’ Comptine d’un autre été klinkt in de verte, en de kippen dwarrelen dansend rond. Af en toe pikken ze iets willekeurigs van de grond. ‘Meneer Champignon en zijn gevolg’. Die doen alles puur intuïtief. 

In de schuur staan stapels een hooibalen. ‘250 Biologische strobalen voor toekomstige bouw.’ Dit zal uiteindelijk onderdeel van de woning worden. ‘Stro is een biologisch afbreekbaar en vochtregulerend natuurproduct’, verteld Bekker. In de schuur staat al een hele ruimte gebouwd met strobalen als muren. Binnen staat de dennentoppenthee weer klaar, die als gegoten in ieders koude handen past. De poes, nog steeds bij hetzelfde plekje in het raamkozijn, strekt zich uit en ruilt haar opgewarmde plek in voor een eetkamerstoel. ‘Het is een grote ontdekkingsreis,’ vertellen ze tijdens de thee. ‘En we willen onze zelfvoorzienende ontdekkingen delen met de wereld.’

Veerle Mensinga, winter 2021